Column 2006 - 1 Farmacie & het imago-probleem
Column 2006 - 2 Echt ziek zijn en alternatief beter worden
Column 2006 - 3 Blues in de dokterskamer, met een Marokkaans kind als tolk-vertaler
Column 2006 - 4 Innovatie als tweezijdige vikingbijl
Column 2007 - 1 Patient versus client van de troon en de vuist
Column 2007 - 2 De hellevaart van de Brent Spar
Column 2007 - 3 Perspectief: laat anderen eens goed naar je kijken
Column 2007 - 4 Hermes, Alchemie en de Quintessence
Column 2008 - 1 Lees het dan! Het staat hier toch duidelijk!
Column 2008 - 2 Transparante retorica. Een democratisch goed
.
Een kind bezit een aangeboren taalvermogen. Het probeert eerst een paar maanden lang de stembanden uit door flink te huilen en te brabbelen en daarna gaat het stapje voor stapje luisteren en praten. Dat geeft grip op de werkelijkheid. Het kind leert de belangrijkste acteurs te manipuleren (ouders, zusjes, broertjes, familie, de kleuterleidster, de slager en de buren), eerst op een opbeholpen, kinderlijk directe wijze, maar later veel subtieler en doortrapter.
Het jochie van twee jaar oud (in de Terrible Two’s) roept de hele dag “nee!” en probeert dagelijks als mini-dictator uit te vinden, hoe hij de wereld optimaal naar zijn hand kan zetten. Dat gaat zo een jaar lang door en dan wordt het kind positiever, het groeit groter in opeenvolgende schoolklassen, zo tot aan ongeveer 11-13 jaar. Dan breekt de puberfase aan, en worden de onvoltooide hersentjes ook nog eens gedrogeerd door een bad van hormonen. Die puber rammelt aan de spijlen van de ouderlijke kooi en wil weten of de regels van gisteren ook nog vandaag geldig zijn. En wil graag aandacht en ook structuur van ouderlijke regels, omdat het eigen brein zo’n ongeregeld soepzootje is. Die ouders gebruiken dan hun taal om structuur aan te brengen.
Het mensenkind kan op duizend manieren talig bezig zijn. Op de basisschool wordt het kind, in opdracht van de maatschappij, echter doodgegooid met een enkele zijtak, de geschreven taal, dus met het technisch goed leren lezen en schrijven. Voor juffen en schoolmeesters is dat een hele opgave, want de spelling en grammatica van de Nederlandse taal is bijna net zo weerbarstig en onregelmatig als het Japans. Als het goed gaat, leert de jongvolwassene tenslotte na veel vijven en zessen heel aardig begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Als resultaat van die eenzijdige aandacht heeft het publieke spreekvermogen in Nederland een behoorlijke knauw heeft gehad. Dat is overigens beter geregeld in het onderwijs in de USA. Want taal hoort in eerste en laatste aanleg gesproken taal te zijn, hardop.
Een hoog cultuurgoed met die menselijke stem is het beoefenen van retorica. Om uw geheugen hier even op te frissen, retorica is de kunst van redevoeren, ontwikkeld in de Griekse oudheid. Plato schreef dat het hoogste doel van retorica was om de ziel te betoveren. Onder zijn opvolger Aristoteles en later gedurende ongeveer 1000 jaar Romeinse tijd, werd retorica een van de drie belangrijkste Artes Liberales (Vrije Kunsten). Ook in de middeleeuwen was het deel van het universitaire studiepakket.
Met retorica kun je, ten eigen voordeel, rede en emotie inbrengen om met autoriteit een bepaalde inhoud naar voren te brengen. Bijvoorbeeld in een politieke bijeenkomst of tijdens een pleidooi in een rechtbank. Een beetje retoricus grijpt niet naar aantoonbare wetenschappelijke waarheid (die waarheid is namelijk helemaal niet zo interessant en effectief), maar gaat scherp rechtsaf en neemt de afslag naar doortrapte manipulatie. De retoricus die goed op dreef is, serveert een heel eigen soepje uit foutieve maar gangbare meningen en overtuigingen uit de maatschappij, en maakt een eigen, selectief gebruik van bewijsstukken. Dat geschetste veld wordt dan gepresenteerd als een nieuwe, belangrijke werkelijkheid. Het cliché mag dan afgezaagd zijn, het wordt nuttig aangewend met het oog op het einddoel en is daarmee effectief om een nieuwe gezamenlijke basis van denken te construeren. Die werkt als een nieuwe brug tussen de spreker en zijn toehoorders. We denken bijvoorbeeld even aan de regering van George Bush die een paar jaar geleden in een succesvolle retoriek bewijsstukken voor het bestaan van Weapons of Mass Destruction in Irak presenteerde, en de boodschap door foto’s, schema’s en statistieken er zo goed in hamerde, dat het een nieuwe werkelijkheid werd. En voor velen terecht een aanvalsoorlog legitimeerde: wat nodig is, dat moet gebeuren en waar gehakt wordt vallen spaanders.
Het is de moeite waard om die retoriek nog eens goed onder het snijmes te leggen, te zien waar feit overging in fictie, waar foto’s verkeerd werden geïnterpreteerd, welke in Irak gebombardeerde fabriek misschien niet chemische wapens maar gewoon melkpoeder produceerde en waar de interpretatie van cijfers en statistieken de mist in ging. Maar vooral: hoe we ons door het rondzingen van een cliché met zijn allen tijdelijk een rad voor de ogen lieten draaien.
Democratie vereist transparante taal, heldere schema’s en onderbouwde argumentatie. Zo ook bedrijfscommunicatie. En verkooptaal in het veld van het bedrijfsleven dient ook klare wijn te schenken. Want uiteindelijk overwint, laten we hopen, steeds het gezonde verstand en de waarheid. Hoe gaat het oude spreekwoord ook weer? Je kunt sommige mensen voor enige tijd voor de gek houden, maar niet alle mensen tot in alle eeuwigheid.
Andere teksten:
===================
Adriaen Coorte, by Quentin Buvelot, book & exhibition catalogue.
De Grote Rembrandt, door Gary Schwartz, boek.
Carel Fabritius, Tentoonstellingscatalogus.
Frans van Mieris, Tentoonstellingscatalogus.
Vermeer Studies, Congresbundel.
C. Willemijn Fock: Het Nederlandse interieur in beeld, boek.
Bouwen in Nederland 600 - 2000, boek.
Geschiedenis van Alkmaar, uitgave 2007. Boekbespreking.
TEFAF 2008 art fair
Contact information:Drs. Kees Kaldenbach , kalden@xs4all.nl
Haarlemmermeerstraat 83 hs
1058 JS Amsterdam
The Netherlands
telephone 020 - 669 8119
(from abroad NL +20 - 669 8119)
cell phone 06 - 2868 9775
(from abroad NL +6 - 2868 9775)
How to get there (after your booking confirmation!):
- by car: ring road exit S 106 towards the centre, then 1st to the right (paid parking)
- by trams 1 and 17; exit at Surinameplein
- by tram 2; exit Hoofddorpplein.
From the museum square it takes about a 10-minute tram ride.
Read client testimonials. Read a biography.
Photo by Dick Martin.
Reaction, questions? Read client testimonials.Drs. Kees Kaldenbach, art historian, kalden@xs4all.nl Haarlemmermeerstraat 83hs, 1058 JS Amsterdam (near Surinameplein, ring road exit s106, streetcar tram 1 and 17).
Telephone 020 669 8119; cell phone 06 - 2868 9775.
Open seven days a week.
Amsterdam Chamber of Commerce (Kamer van Koophandel) number of Johannesvermeer.info / Lichaam & Ziel [ Body & Soul]
E mail esponses and bookings to art historian Drs. Kees Kaldenbach.
This page forms part of the 2000+ item Vermeer web site at www.xs4all.nl/~kalden
Launched October 24, 2007. Updated february 5, 2008.