Int Camertie aende voorsz* zaal. Kamer G

 

[*hiervoor genoemde grote]

Functie van de ruimte: Kleine tussenruimte, grenzende aan de grote zaal, met een losse trap verbonden met het er boven liggende hangkamertje. De kamer diende als opslag voor oude spullen. Er stond ook een kinderbed(stede) en er was meer bed- en slaapgerei.

Inventaris: "Een groen geschilderde houte koffer met yser beslagen; Een slecht ledicantie [ledikant] met een groen rabatie [omgeslagen strook met franje] daeraen; Een ront tafelblad; Een viermande [vuurmand]; Een rackie [rekje]; een groot hooch blick; een blick confoortie [komfoortje]; twee kopere snuyters; een yseren blaker; seve glase flessen; drye roomers [roemers voor wijn]; twaelff aerde borden; voorts eenig ander aerdewerck van weynig importantie.

Een eyke tafel; een kinder bedde met een hooft peuluwe [hoofdmatras of langwerpig kussen]; een oorkusse; een groen gevoert deeken; twee stuckiens schildery; een root geveruwt [geverfd] blad van een kist; een paer slechte groene gordijnen; een dito schoorsteenkleetie; twee oude tapijte zitkussen; een slechte spiegel; twee beugelstoelen; twee secreetkoffertgens [kamergemak]; vyff aerde schilpschalen [aardewerk schalen in de vorm van een schelp]; nog vyff stuckiens aerdewerck; drie keulse boterpotten; elff aerde kannen met tinne decksels daer op; een koper vyseltgen met een stamper; een kopere kandelaar; een kopere beddepan; een tinne boterpoth; een tinne pollepel met een houte steel."

Zie de originele documenten van het Gemeentearchief Delft. Goederen in bezit van Catharina Bolnes, pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagina 4, pagina 5, pagina 6, pagina 7. Goederen in gezamenlijk bezit van Catharina Bolnes en Maria Thins, pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagina 4, pagina 5, pagina 6.

 

Noot : Persoonlijk zou ik, gegeven het aanzienlijke aantal spullen, deze kamer iets groter hebben getekend dan Zantkuijl deed ; de resterende plek voor de Grote zaal wordt dan wel iets kleiner.

Deze voorwerpen zijn als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door de assistent van notaris J. van Veen, in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. Op dat moment woonde zijn vrouw Catherina daar nog met 11 kinderen en haar moeder, Maria Thins.

De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. Termen zijn o.a. opgezocht in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), begonnen in 1882 door De Vries en Te Winkel.

 

This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.

Launched December, 2002; Last update March 1, 2017.

Back to the Welcome page: click Welcome.