Door het hele Thins/Vermeer huis heen treft men een groot aantal kussens aan in de varieteiten 'peuluwe, oorkussen, sitkussen, tapijte kussen'. Er waren in totaal ca. 23 kussens door het huis heen - plus nog een 10 geborduurde kussens die we aantreffen 'boven op de agtercamer', Kamer M.
De geborduurde kussens kunnen afkomstig zijn uit de invantaris van 1623 van Vermeer's vader.
Voor de kinderen waren er geen stoelen aanwezig. Kinderen gebruikten kussens als de volwassenen de stoelen in gebruik hadden.
Noot : Dit voorwerp is als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door notaris J. van Veen, in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. Op dat moment woonde zijn vrouw Catherina daar nog met 11 kinderen en haar moeder, Maria Thins.
De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. Termen zijn opgezocht in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), begonnen in 1882 door De Vries en Te Winkel. Textieltermen zijn in 2001 welwillend toegelicht door kunsthistorica Marieke de Winkel.
Afbeelding(en) uit Jet Pijzel-Dommisse,Het Hollandse pronkpoppenhuis, Interieur en huishouden in de 17de en 18de eeuw, Waanders, Zwolle; Rijksmuseum, Amsterdam, 2000, pagina 181.
This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.
Launched December, 2002; Last update March 2, 2017.
Back to the Welcome page: click Welcome.