Inde groote zael, Kamer I

 

 

Functie van de kamer. Deze zaal was de 'opkamer' of pronkkamer van het huis, met een groot aantal schilderijen. In het algemeen werden schilderijen symmetrisch opgehangen.

Er werd alleen in de grote zaal gewoond door volwassenen tijdens hoogtijdagen en bij belangrijk bezoek.

Er was een haard en er werd geslapen in deze ruimte. Gezien het grote aantal kinderen waren er onder de bedstee soms grote "coetsen" of laden aangebracht waarin kinderen konden slapen (Thomas, p. 10).

In eerste instantie (zie tekening onderaan) heeft Zantkuijl, de maker van deze plattegronden, geen ramen getekend in de zijwand; licht treedt alleen toe via de plaats (O).

Door Zantkuijl werd op mijn verzoek echter ook een variant getekend met de haard aan de zijde van de plaats (O) en een reeks ramen aan de steegzijde. Wegens het verloop van de balkenlaag is een aantal van 5 kleine venster in de variant logisch meer aannemelijk dan 3 grotere vensters.

 

De hier bewaarde familie-portretten en familiewapens, de kleding en de Vermeer's schutterijharnas en wapen, en het kruisbeeld wijzen op het belang van deze ruimte. Men kan zich de set van negen spaanse roodleren stoelen voorstellen als de stoelen die we zien op Vermeer-schilderijen, bekroond met naar voren gerichte leeuwenkopjes.

Inventaris: "Een schildery uitbeeldende een boere schuyr; nog een schilderij; Twee schilderyen Tronyen van fabritius [Carel Fabritius]; Een [schilderij] daerinne drye pompoenen ende ander freut; Twee conterfeitsels [portretten]- van Sr. Vermeer zalr vader ende moeder; Drye kleyne teekeningentiens voor de schoorsteen met swarte lijsten; Een getekent wapen vande voorn. Sr. Vermeer met een ebbe lijst; Een paer groen cronesaeye [serge stoffen] gordijnen met een vallitie [valletje] voor de bedstee; Een dito schoorsteen kleetie; Een gestreept gordyntje; Een yser harnis met de stormhoet; Een pieck; Een lode hoede rand.

een schrijnwerckt kasie met ebbenhout ingeleyt; een wagenschotte [eiken] uyttreckende tafel; een eycke kistgen; negen roo spaensleere stoelen; drye groene sitkussens; een groene tafelkleetgen; een ebbenhout cruys; tien conterfeytsels van de voorn. juffr. Tins geslacht, alle met slechte swarte lijsten; Een schildery uitbeeldende de moeder Christi in een eyke lyst; nog een schildery vande drye koningen.

Linne en wolle.

Een Turxse [toers, zie onder] mantel vande voorn. Sr. Vermeer zal.[zaliger]; Een dito inocent [kort wambuis]; Een Turxsen [toers] brouck; Een witte satijne rock [vrouwen-rok]; Een dito geele [vrouwen-rok]; Een wit zatijn lyffje; Een geele zatyne mantel met witte bonte kanten; Een oude groene mantel met een witte bonte kant; Een asgraeuwe tripe [trijp] mantel van juffr. Vermeer; Een swarte Turxe [toers stoffen] mantel; Een swarte laken tabbert [vrouwen-japon]; Een swarte lakenrock [onderrok behorende bij vrouwen-japon]; Twaelff slaeplackens soo goet als quaet; Twee en twintig dito sloopen soo groot als kleyn; vijff kruysserviettafelakens [damast]; negen servietten; Een en twintig kinderhemden soo goet als quaet; Twee vrouwe hemden; acht en twintig mutsen; elff kinderneersticken [zie onder]; seventien sackneusdoucken; twee labaertjens [schouderbedekking]; seven paer moutgens; drye witte kappen; drye kinder schortekleren; twee nachtmantels; tien mansbeffen; dertien paer ponietten [manchetten]. [Zie ook de waslijst]."

Zie de originele documenten van het Gemeentearchief Delft. Goederen in bezit van Catharina Bolnes, pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagina 4, pagina 5, pagina 6, pagina 7. Goederen in gezamenlijk bezit van Catharina Bolnes en Maria Thins, pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagina 4, pagina 5, pagina 6.


Opm.: Werden alle kledingstukken in de eiken kist of in een kast bewaard? Was 'een schrijnwerckt kasie met ebbenhout ingeleyt' een klein model om op tafel te zetten (als in de 'Briefschrijvende dame', Washington DC), of moeten we denken aan een groter model kast waar dameskleding in paste?

Nog niet alle woonfuncties hadden een een vaste plaats in huis. Vertrekken werden voor verschillende doeleinden gebruikt. Er kon gegeten en geslapen worden in de keuken en in de grote zaal, en de aanwezigheid van bedden zegt niets over het dagelijkse of juist specifieke gebruik. Eettafels konden in principe overal worden opgesteld. (Pijzel, Pronkpoppenhuis, 2000, p. 401, noot 151.)

Noot : Deze voorwerpen zijn als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door de assistent van notaris J. van Veen , in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. Op dat moment woonde zijn vrouw Catherina daar nog met 11 kinderen en haar moeder, Maria Thins.

De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. Termen zijn opgezocht in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), begonnen in 1882 door De Vries en Te Winkel.

Textieltermen zijn in 2001 welwillend toegelicht door kunsthistorica Marieke de Winkel.

 

This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.

Launched December, 2002; Last update March 1, 2017.

Back to the Welcome page: click Welcome.