Vrouwen-spuit

 

De vrouwenspuit had ten minste drie functies voor zover we het nu kunnen beoordelen - bij afwezigheid van schriftelijke bronnen (zie de foto rechts, die twee unieke exemplaren toont, onlangs opgegraven uit een beerput van een woonhuis in Zwolle).

Met de vrouwenspuit kon de vrouw in de eerste plaats de schede uitspoelen na het geslachtsverkeer. Dat vormde een eenvoudige, maar niet erg betrouwbare vorm van geboortenbeperking. Het was een doodnormaal huiselijk voorwerp volgens de heer A. van Dongen van het museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam; hij hoorde bijvoorbeeld van iemand dat zo'n vrouwenspuit bij zijn oma gewoon in de WC hing.

In de tweede plaats kon de vrouw met behulp van de vrouwenspuit geneeskrachtige kruidenmengsels in de schede brengen. De arts Dodoens (alias Dodonaeus), auteur van het Kruidboek of Kruydt-boeck geeft veel recepten voor v@ginale* spoelingen met kruidenmengsels voor het tegengaan van vrouwenkwalen. Culpeper geeft een engelse vertaling van deze recepten, grotendeels op Dodoens gebaseerd, inclusief aanwijzingen voor het maken van tampons met touwtje.

Tenslotte zou de vrouwenspuit - gezien de fraai afgewerkte vorm, de een levensecht en de tweede gestyleerd - mogelijk ook als 'speeltje' kunnen dienen. Op dit punt bestaan slechts gissingen, geen direkte aanwijzingen.

De constructie van beide houten vrouwenspuiten is als volgt:

Het grootste, levensecht vormgegeven exemplaar is 22,5 cm groot en is gemaakt van zeer glad afgewerkt buxushout, dat niet splintert. Het bestaat uit vier onderdelen: een holle pen1sschacht* met aan de onderzijde schroefdraad waar aan een tweede onderdeel kon worden gedraaid, de kloten. De zuigerstang kan bewegen in de pen1sschacht en heeft aan de onderzijde van de kloten een afdraaibare knop.

Het kleinste exemplaar is ongeveer 14,5 cm lang en is gestyleerd vormgegeven. De houtsoort is nog niet vastgesteld. Het bestaat uit slechts twee onderdelen, de pen1sschacht en de zuiger. Aan het voorzijde van de zuiger zat een schroefknopje dat nu ontbreekt.

In het verslag over de opgraving meldt de auteur van 'Zwolle Ondergronds' dat het in deze beerput, - gegeven de bijzondere scherven en andere vondsten - zeker om een huis van een lid van de stedelijke elite ging (Clevis, p. 121).

 

Een krantenartikel meldde over deze opzienbarende vondst: " 'Ik dacht eerst dat het speeltjes waren, dat ik een paar kunstlullen had gevonden', zegt de Zwolse stadsarcheoloog H. Clevis. 'Maar iemand maakte mij erop attent dat het heel gewone gebruiksvoorwerpen zijn geweest: vrouwenspuiten, om de v@gina* door te spoelen.'

Die spuiten zijn in een voormalige beerput gevonden, in het oude Zwolle. Twee houten buizen uit de zeventiende eeuw, uniek, want het zijn -voor zover bekend- de eerste exemplaren uit die tijd die in West-Europa zijn opgedolven.

Ze dienden dus voor het reinigen van de v@gina*. In het bijzonder het doorspoelen daarvan na de geslachtsdaad, om zwangerschap te voorkomen. Een ouderwets voorbehoedmiddel, maar niet erg betrouwbaar.

Het grootste exemplaar bestaat uit een holle, pen1svormige buis van buxus- of buksboomhout, 22,5 centimeter lang met een schroefdraad waaraan twee kloten kunnen worden geschroefd. Aan de achterkant van dit scrotum, dat verder geen functie heeft, zit een gat waardoorheen een zuigerstang kan worden geduwd, de pen1s-buis in. Aan het eind van die stang zit een knop, bij wijze van handvat. Het tweede, kleinere exemplaar werkt hetzelfde, maar is puur functioneel vormgegeven, niet 'natuurgetrouw' zoals het grote.

'Spoelen met zeepwater is lang een voorbehoedsmiddel geweest', aldus K. Grooss, medisch historicus van Museum Boerhaave in Leiden. 'Het verkleint wel degelijk de kans op zwangerschap, mits het water onder flinke druk wordt ingespoten. Dat water kan heel wat sperma uitspoelen en innesteling van het vruchtje bemoeilijken.' Maar waarom zijn er zo weinig van gevonden ? 'Omdat ze van hout waren en dat is materiaal dat makkelijk vergaat', stelt Clevis, 'Ze waren niet zo betrouwbaar en werden daarom weinig gebruikt', oppert Grooss. 'Toch werd de vrouwenspuit in de negentiende eeuw heel gewoon, al was destijds de buis van een bakelietachtig materiaal en kwam het water uit een inknijpbare rubber bal.' Hoewel hij misschien weinig werd gebruikt, zijn er toch zeventiende-eeuwse verwijzingen naar de vrouwenspuit.

Volgens Clevis staat er een op het schilderij De kwakzalver van Jan Steen. Het doek gaat over een vrouw die bezoek krijgt van haar minnaar, een man die zich voordoet als dokter. Een jochie houdt een vrouwenspuit vast met een vette grijns op het gezicht. Hadden de Zwolse vrouwenspuiten dan toch nog een andere dan een reinigende functie? Vooral die ene grote? Clevis: 'Alles wat ik er verder over verzin, telt niet.' "

Tekst en foto mogelijk uit NRC Handelsblad (?), zomer 2001.

Deze unieke en originele objecten worden nu permanent tentoongesteld in het Stedelijk Museum, Zwolle.

Het detail van het schilderij van een jongetje dat een vrouwenspuit vasthoudt is van een Jan Steen schilderij in het Boijmans van Beuningen Museum, Rotterdam.

Literatuur: Hemmy Clevis, Zwolle Ondergronds, Zeven blikvangers van archeologische vondsten in Zwolle, uitgegeven door Stichting Promotie Archeologie, Zwolle, zonder jaar [2001?], p. 119-120.

See English translation.

Aanvulling 1

Mannen en vrouwen konden als zij dat wilden aan geboortenbeperking doen door bepaalde kruiden te halen bij de apotheek. "Waerder inde apteeck gheen heymelick cruytt, wat zouder menigh kinnercken comen uyt" was een stout rijmpje dat door een burger werd geschreven. (Ach lieve tijd, Delft, 1995, p. 12).

 


Voor de goede orde: dit voorwerp is NIET genoemd in de inventaris, opgesteld na de dood van Johannes Vermeer. Het is hier gebruikt binnen de bespreking van het thema gezondheidszorg en geboortenbeperking ter illustratie van praktijken in de Republiek.


Aanvulling 2

V@ginaal* stimuleren

We zien verbazende details in Catherine Blackledge, The Story of V, London, Weidenfeld and Nicholson. Ik las de Nederlandse vertaling: Het verhaal van V., Het boek dat begint waar De Vagina Monologen ophouden. Pagina 273 + 291 + 345.

(* de 1 en de @ heb ik ingevoegd om te voorkomen, dat deze site wordt geblokkeerd door kuisheidsfilters.)

Het met vibratie stimuleren van de v@gina was een normale taak van artsen vanaf de antieke tijd (zie de op dat gebied zeer openhartige geschriften van Galenus die leefde van 129-200 n. Chr en van Äetius van Amida, die leefde van 502-575). Tot in de zeventiende eeuw hadden artsen nog steeds de overtuiging dat het vasthouden van zaad in het lichaam gedurende een te lange tijd slecht was voor de gezondheid. Niet alleen van mannen maar ook voor vrouwen, die ook geacht werden zelf zaad te produceren en vast te houden, in het bijzonder bij vrouwen als ze maagd of net weduwe waren en geen regelmatige sexuele omgang hadden en die als gevolg daarvan tekenen van nerveuze spanning lieten zien.

Teneinde spanningen te verlichten bij deze vrouwen voerden artsen en vroedvrouwen massage uit van de v@gina zodat een org@sme kon volgen en een uitvloeing van v@ginale 'zaad' sappen. Vroedvrouwen gebruikten ook heerlijk geurende oliën aan de binnenzijde van de vagina of brachten pen1s-vormige voorwerpen in.

Dokters adviseerden aan getrouwde vrouwen die aan 'hysterie' leden om vaker de liefde te bedrijven met hun man. (Blackledge p. 273). Aan het einde van de zeventiende eeuw kwam de medische opwekking van orgasme in de vagina door de dokter steeds meer onder kritisch vuur te liggen en lieten artsen het werk liever aan anderen over. In het begin van de zeventiende eeuw adviseerde de arts Pieter van Foreest in het geval van suffocatio ex semen retento : "We achten het noodzakelijk een vroedvrouw om assistentie te vragen, zodat zij met één vinger erbinnen de geslachtsdelen kan masseren. waarbij ze de olie van leliën, muskuswortel, krokus of [iets] dergelijks gebruikt. En op deze manier kan de getroffen vrouw tot een paroxisme (=orgasme) worden opgewekt." (Blackledge p. 345).

Artsen lieten deze manuele taak dus graag over aan de vroedvrouwen die op dat gebied wel een heel bijzondere taak er bij kregen: "Laat de vroedvrouwen haar vingers insmeren met [...] jonge makreel vermengd met muskus, ambergrijs, civet en andere zoete poeders, en laat haar daarmee de bovenkant van de hals van de baarmoeder wrijven of kittelen, die raakt aan de binnenste opening."

Een andere toen geaccepteerde theorie was dat de uterus (baarmoeder) aan het wandelen kon slaan in het buikgebied en zelfs geheel naar boven tot aan de keel. Die wandeling kon leiden tot verstikking van de baarmoeder, ook wel aangeduid als 'hysteria'. Om dit probleem op te lossen werden in of bij de vagina als lokkertje zoet ruikende aromatische oliën ingebracht, zodat de baarmoeder daar gaarne in de buurt bleef. Kruiden werden ook gebrand (gember, laurier) en de dampen werden toegelaten in de vagina door het inbrengen in de v@gina van een hol pen1svormis instrument met vergiet-gaten. (Blackledge, illustratie op p. 290).


Een apparaat voor vroedvrouwen

(de 1 en de @ voorkomen dat deze site wordt geblokkeerd door filters voor jeugdigen)

 

========

*Het gebruik van de @ in v@gina en de 1 in pen1s voorkomt dat deze tekst om morele of politiek-correcte redenen wordt geblokkeerd door zoekmachines.

 

This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.

Launched December, 2002; Last update March 1, 2017.

Back to the Welcome page: click Welcome.