'Een geele zatyne mantel met witte bonte kanten', Inde groote zael, Kamer I. Dit is een geel vrouwenjakje dat boven linnen kleding werd gedragen (omdat linnen wel en bont niet kon worden gewassen). De zoom van bont is waarschijnlijk gemaakt van witte eekhoorn of kattevel.
Lijfjes (Engels: 'stays') werden onder het manteltje gedragen. Ze waren vaak rood van kleur, met wat kantwerk aan de voorzijde. De term was in Amsterdam "rijglijven" en in Delft "keurslijven" (Marieke de Winkel, 1998, p. 329).
Zie bespreking Turkse Mantel.
Links een geel manteltje met zwarte bies afgezet. We vinden deze op vijf Vermeer-schilderijen, waaronder De Muziekles (Buckingham Palace). Het manteltje werd gewoonlijk gedragen boven een rok en petticoat. De rok werd aan de zijkanten omhoog vastgezet en heette daarom "schort". (Marieke de Winkel, 1998, p. 329-330)
De z/w afbeelding onderaan toont jakje met vetergaatjes, kledingstuk voor een meisje van ongeveer 2 jaar, om te dragen over een rok. Deze wijze van kleding is afgeleid van de dracht van volwassen vrouwen in Noordbrabant. Gangbaar in 17de of 18de eeuw. Coll. Het Markiezenhof, Bergen op Zoom.
Marieke de Winkel* schrijft dat dit kledingstuk in Amsterdam "jak" werd genoemd en in Delft, Dordrecht en Rotterdam "manteltje". Beide woorden worden vertaald met "jacket" in 1691. De term "jak" slaat op een kledingstuk voor vrouwen; het werd met name gebruikt als werkkleding voor meiden die werkten, met name in de huishouding. Meiden hielden er van zich fraai te kleden, hetgeen kritiek uitlokte.
Noot : Dit voorwerp is als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door de klerk van notaris J. van Veen, in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. Mijn toevoegingen en uitleg staan tussen [__]. Termen zijn opgezocht in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), begonnen in 1882 door De Vries en Te Winkel. Textieltermen zijn in 2001 welwillend toegelicht door kunsthistorica Marieke de Winkel.
Afbeelding uit Kinderen van alle tijden, tent cat . Noordbrabants Museum, uitg. Waanders Zwolle/ Museum Den Bosch 1997, afb. 121.
*Marieke de Winkel, 'The Interpretation of Dress in Vermeer's Paintings' in Vermeer Studies, edited by Ivan Gaskell and Michiel Jonker, National Gallery of Art, Washington DC, 1998,327-339.
This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.
Launched December, 2002; Last update March 2, 2017.
Back to the Welcome page: click Welcome.