Skrjabin's Visioen

Alexander Scriabin, Alexander Scriabin.Computer art combining music and visual arts

Negen 'stills' (stilstaande beelden) van een bewegende kleur-ruimte door de visuele kunstenaar Peter Struycken, gebaseerd op de symfonie Prometheus, vuurgedicht (1911) opus 60, door Alexander Skrjabin 1872-1915).

nrs 1 & 2

 

 

 

 

 

 

Een korte introductie door Kees Kaldenbach

Was Skrjabin een van die bijzondere 'syn-esthetische' mensen, wiens brein associatieve beelden voortbrengen wanneer zij muziek-tonen beluisteren - of vice versa? Ik weet het niet zeker - maar op de partituur van zijn symfonie uit 1911, Prometheus, vuurgedicht, opus 60, schreef hij vele visuele karakteristieken bij de muzieknotatie.

Deze symfonie kreeg pas zijn eerste continue beeldbegeleiding voor een televisie-uitzending in 1998. Dit historische programma, bij de NPS geproduceerd door de beeldend kunstenaar Pieter Struycken, werd uitgezonden door de Nederlandse televisie in 1998 (?). Technische assistentie werd verleend door de informaticus Ir. D.Dekkers.

Peter Struycken beschouwt dit werk als zijn meest geavanceerde 'computer-gegenereerde' werk. Op basis van deze praktijkervaring heeft hij daarna een andere software-'machine' gebouwd die dagelijks een half uur nieuwe beelden voortbrengt.

De Prometheus productie kan zeker vergeleken worden met zijn visuele grotvader Fantasia, Walt Disney's machtige productie uit 1940 die ook klassieke muziek koppelde met de vurige gloed van tuimeldende en als een waterval voortgestuwde abstracte beelden en kleuren.

De negen afbeeldingen hieronder zijn 'stills' uit Prometheus.. Alle afbeeldingen en de onderstaande tekst zijn onder copyright van Peter Struycken.


nrs 3 & 4

 

 

 

 

 

 

Struycken's kleur-ruimte (colourspace)

Uitgangspunt voor beeldend kunstenaar P. Struycken bij het ontwerpen van een kleurruimte zijn de twee afzonderlijk veranderende 'stemmen' in de partituur van Skrjabins Prometheus. Skrjabin geeft daarin aan welke kleuren bij welke noten moeten verschijnen of verdwijnen en ontwierp ook twee 'kleurstemmen'. Belangrijk voor de betrekking tussen klank en de kleur is dat Skrjabin zich volgens biograaf Faubion Bowers uitspreekt voor een contrapunctische (contrasterende) werking van lichtveranderingen. Hoewel hij aanvankelijk zoekt naar versterking van klanken door lichtkleur, legt Skrjabin in zijn partituur verder geen verband tussen de muzikale thema's, klankkleur of toonsoorten en bijbehorende kleuren.

Veel eerder lijkt een gemeenschappelijk gevoeld mystiek doel de bindende factor tussen geluid en kleur, waardoor het effect van het totale werk versterkt wordt. Daartoe geeft Skrjabin aanwijzingen, met de hand bijgeschreven in een partituur, die sterk associatief en symbolisch zijn in termen van stemming en sfeer. Hj gebruikt de werking van licht als hij schrijft: 'mysterieus', 'gloeiend', 'reflecterend', 'vurig', maar ook psychologische verwijzingen: 'het dagen van het menselijk bewustzijn', 'vreugde van het leven', 'smart' en 'extatisch genot'. Skrjabin kent aan kunst de alles overstijgende kracht toe die tot loutering en extase leidt. De werking van kunst heeft bij hem waarlijk kosmische proporties.

nrs 5 & 6

 

 

 

 

 

 

Struycken vat zijn taak op om binnen de aanwijzingen van Skrjabin een eigen, dynamische kleurruinite te ontwikkelen die in visuele zin een aanvulling betekent op de muziek en die recht wil doen aan de artistieke zelfstandigheid die Skrjabin zich bij het samengaan van kunsten voorstelt. Die artistieke ruimte is ook noodzakelijk. Er is immers geen recept te geven voor een vertaling van geluid naar beeld of omgekeerd. Pogingen a het verleden om deze verbinding te systematiseren of door afspraken vast te leggen, leidden nooit tot resultaten waarmee ook anderen bevredigend aan de slag konden.

Iedere keer opnieuw moeten daarvoor aanleidingen in het ene medium gewikt en gewogen worden voor hun inspiratie en betekenis voor het andere medium. De voortdurende wisseling in tempo, richting en klankkieur die in de muziek van Prometheus zo goed hoorbaar is, vormt naast de door Skrjabin dwingend voorgeschreven kleurveranderingen, de belangrijkste aanleiding voor Struycken voor zijn bewegingen van zijn kleurruimte. Skrjabin geeft geen aanwijzing voor de feitelijke vorm, afmeting of beweging waarin kleuren moeten worden opgeroepen, zodat de voorstelling ervan een artistieke beslissing moet zijn van de beeldend kunstenaar.

De kleurruimte bestaat net als de muziek uit twee stemmen. De eerste stern verandert incidenteel en wordt voorgesteld door grote, diffuse schijfvormige en traag bewegende kleuren. De tweede stem verandert vaak van kleur en bestaat uit kleine, beweeglijke kleurschijven. De twaalf muzikale grondtonen van de 'mystieke akkoorden' (ook wel Prometheus-akkoorden) vinden hun visuele weergave en verbinding in twaalf kleuren die Skrjabin gebruikt. Boven de grondtonen lopen de korte, snelle afwisselingen in melodie, ritme en hoge tonen van de akkoorden. Zij manifesteren zich in kleur als erupties, stromingen en wolken van kleine kleurdeeltjes.

nrs 7 & 8

 

 

 

 

 

 

Over de achtergrond van Skrjabins kleurkeuze is niet veel bekend. Aan het einde van de vorige eeuw bestond er onder componisten en beeldend kunstenaars een levendige belangstelling voor de betrekkingen tussen klank en kleur. In 1863 had de natuurkundige Von Helmholz gepubliceerd over het golfkarakter van zowel licht als geluid. [Vergelijk zijn voorganger Christiaan Huygens in de 17de eeuw!] Een gewoonte was dan ook om de spectrale opeenvolging van kleuren te verbinden met de opeenvolgende tonen binnen een octaaf. Skrjabin neemt dat principe over, maar niet in de gebruikelijke, synchrone opeenvolging van tonen binnen het octaaf. Hij verbindt de spectrale opeenvolging van kleuren met de tonen die op gelijke toonsafstanden in de 'kwintencirkel' liggen. Ook voegt Skrjabin kleuren toe, omdat hij twaalf kleuren gebruikt in plaats van de gebruikelijke zeven of acht.

Opvallend is dat Skrjabin drie kleuren blauw gebruikt, waarvan één lichte die hij een plaats geeft tussen groen en blauw. Het zou kunnen dat hij die kleur als een licht- mengkleur van groen en blauw heeft gezien bij zijn zeer primitieve licht-kleurexperimenten. Of hij zou deze, net als zijn rood-violet als de menging van rood en blauw, uit wetenschappelijke literatuur hebben kunnen opgediept. Dan is er nog de 'glans van staal' die als symboolkleur het optimisme zou kunnen reflecteren over de opkomende techniek en industrialisatie.

Daaropvolgend kiest hij echter, als lichtkleur, een lood-grijze kleur. Waarmee de 'glans van staal' tegenover het lood-grijs even goed valt te interpreteren als het 'stralend' dat past bij 'donker', de oerkleuren van het licht - die ook in veel kleurtheorieën een rol spelen. Alhoewel directe symbolische verwijzingen bij zijn kleuren niet bekend zijn, is die toch waarschijnlijk door zijn interesse voor de esoterie. In die wereldbeschouwing worden kleuren verbonden met geestestoestanden, zoals fel blauw dat staat voor 'zuivere religieuze gevoelens', of donkerrood voor hebzucht, zelfliefde en woede'. (Charles W.Leadbeater, Man Visible and lnvisible, 1902) Skrjabin noteerde dergelijke associaties in zijn partituur.[Vergelijk deze invloed ook met die van Anne Besant en Madame Blavatsky in het vroege werk van Mondriaan]

nr. 9

 

 

 

 

 

 

De kleurruimte van Struycken is geïnspireerd op de muziekcompositie. Het is een dynamisch bewegende 'kosmos' die geen begrenzing in ruimte en tijd heeft. De muziek en de fragmenten beeld zijn slechts een ogenblik in die kleurrumite. Alle lichtende kleurvormen bewegen zich afhankelijk van hun kleurverandering en kantelen om hun assen. De beweging van de lichtschijven in de drie dimensies van de ruimte is een functie van hun steeds wisselende rood-, groen- en blauw-intensiteiten waarmee de lichtkleuren door computerberekening worden gemengd.

Sinds de jaren tachtig heeft Struycken kleurruimten ontwikkeld met telkens andere eigenschappen. Soms gebruikt hij ze om statische, tweedimensionale doorsneden te maken en uit te voeren als foto's, tekeningen of schilderijen. Soms dienen ze als detaillering en verbijzondering door kleur van driedimensionale ruimten in architectuur.Soms gebruikt hij ze dynamisch en legt de veranderingen vast op film en video of berekent in 'real-time' beelden die rechtstreeks op een beeldbuis of via projectie als veranderend gekleurd licht kunnen worden bekeken.

Voor het werk voor Skrjabin gebruikt hij voor het eerst een perspectivische weergave van veranderingen in een kleurruimte. In computertechnisch opzicht vraagt deze nieuwe stap in zijn werk veel deskundigheid op het gebied van 'computer graphics'. Er is de noodzaak om de kleurwisselingen uit de partituur nauwkeurig te kunnen volgen en om het gebruik van de kleurruimte in technisch opzicht voor televisie geschikt te maken. De uitwerking en programmering van de gebruikte kleurrumite voor de Prometheus van Skrjabin is gedaan door de informaticus Ir.D. Dekkers.


 

Meer over Struycken op internet:

http://www.art-public.com/artiste/AXXXX193.HTM

http://www.vpro.nl/data/aubette/struycken.html

http://www.boijmans.rotterdam.nl/onderw/biogr/struyck.htm

http://www2.netcetera.nl/~iaaa/rs/natuuren.html 

Over Struycken & Scriabin

http://www.hoise.com/CEC/LV-PR-12-98-3.html

http://www.omroep.nl/nps/tv/98/prometheus/english.html


Zie de experimentele design fasen voor Struycken's koninginnezegel.

Computers & Design: Zie V2 Institute for instable media.

High School of Arts & Design, Utrecht.

Heimat for art & technology.

 


Meer over de auteur Kaldenbach klik author.

Pagina gelanceerd augustus 2000, laatste update 10 december 2001.