Het 'Gezicht op Delft' van Johannes Vermeer; een wandeling met uitleg door dit schilderij.

door Kees Kaldenbach, kunsthistoricus. Hij geeft Private Art Tours

(For English version: click English)

Virtual reality: vlieg als een vogel over het Delft van 1660

Zeer grote afbeelding.

 

 

 

 

We zien een glorieuze halfbewolkte hemel, wellicht opgeklaard na een flinke plensbui. Daaronder het scherp gestoken silhouet van de stad Delft. We zien het zonlicht van de de vroege ochtend dat de daken van woonhuizen langs de Lange Geer en de toren van de Nieuwe Kerk verlicht (9 en 10 - zie de nummers op de lijntekening).

Die lichtplekken op de toren en de daken veroorzaken een aantrekkelijk diepte-effect door het contrast met de omgeving. Dit schilderij, het `Gezicht op Delft' van Johannes Vermeer, blijft al vele generaties van kunstliefhebbers fascineren door de verbazend knappe schildertechniek en het bijna trillende innerlijke licht. Het `Gezicht op Delft' van Johannes Vermeer was het pronkstuk van de grote Vermeer-tentoonstelling uit 1996 in de National Gallery of Art in Washington DC en in het Haagse Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis. Het binnenhalen van een goede, grote kleurenafbeelding is op de homepage van het Mauritshuis helaas nog niet mogelijk. Het is wel op internet te vinden op een andere Gezicht op Delft homepage. De Vermeer schilderijen in het Amsterdamse Rijksmuseum zijn op internet in prachtig detail te zien.

Alle ons bekende Vermeer-schilderijen staan samen op een Vermeer-homepage. Voor het kijk-gemak kunt u echter het beste eerst even een reproductie van het 'Gezicht op Delft' opzoeken in een boek over kunst. Het artikel dat ik in 1982 schreef met Arthur Wheelock, jr. in Artibus et Historiae is nu online.

In literatuur over dit onderwerp is de laatste decennia steeds gesteld dat Koning Willem I (hij regeerde van 1813-1840) het 'Gezicht op Delft ' een meesterlijk schilderij vond en voor zichzelf reserveerde. Toen het schilderij in 1822 op de markt verscheen was het niet hij zelf die op aankoop aandrong maar de toenmalige directeur van (de voorloper van) het Rijksmuseum en diens adviseur. Het aankoopbeleid van het Rijksmuseum en het Mauritshuis waren in de periode van Willem I nauw verweven. Hoe dan ook - het kwam terecht in het Mauritshuis omdat de directeur van (de voorloper van) het Rijksmuseum een ander net rond 1822 aangeschaft schilderij nog belangrijker vond. Dat was De Hut door Adriaen van der Velde, en dat schilderij wordt nu niet meer beschouwd als een werk van wereldformaat.

Achteraf zal Koning Willem I het schilderij zelf zeer hebben geapprecieerd. Rechts op het schilderij schittert immers de toren van de Nieuwe Kerk (10), met daarin Willen van Oranje's marmeren praalgraf.

Lange tijd dachten kunstliefhebbers, dat Vermeer een exacte weergave geschilderd had van de situatie in Delft zoals die was rond 1660. Laten we - om dit na te gaan - eens een wandeling maken door het schilderij.

Vermeer schilderde rechts de Rotterdamse poort (11), die bestaat uit het hoofdgebouw en de voorpoort met twee torentjes (12). Vlak daarvoor ligt een dubbele ophaalbrug die leidt naar de 'Scheepmakerij' met zijn serie kleine scheepswerven langs de Schie.

In het midden beeldde Vermeer de Schiedamse poort af (8), waarvan in Vermeer's dagen (rond 1660) alleen het hoofdgebouw over was. Dit hoofdgebouw was eveneens uit rode baksteen opgebouwd, afgewisseld met 'speklagen' van het duurdere natuursteen. Links er naast zien wij de in 1611 gebouwde schuur die houten materiaal bevat voor de krijgsmacht: palissaden, planken, balken, water- en korenmolens op karren, stormrammen en manden voor het vervoer van aarde. Dit is een van de voorraadgebouwen die van Delft een militaire stad maakten. In die andere gebouwen werden harnassen en stormhoeden bewaard, zelfs riemen van elandshuid. Een document van 21 oktober 1661 toont aan dat elk jaar twee nieuwe kanonnen werden gegoten voorzien van het wapen van Delft. Die waren geschikt voor kogels van 24 ponden.

Links achter de Schiedamse Poort poort zien we het dak van het Armamentarium (6), de opslagruimte voor wapens, dat er ook nu nog staat. Direct links van de Schiedamse poort zien we de kleine Kethelpoort, de toegang naar de kade langs de Schie (7).

Jan de Bisschop tekende in 1667 het uitzicht iets verderop naar links. Wat bij Vermeer vaag is gebleven, staat duidelijker aangegeven op zijn gewassen pentekening: de Kethelpoort (B1) Schiedamse poort (B2) en, over het water heen, de voorpoort van de Rotterdamse poort (B3). Er staan heel wat mensen te wachten op de dam, die zich voor de Schiedamse poort uitstrekt. De muur was versterkt met rondelen; achter de muur bevond zich een ophoging van aarde.

De Schiedamse en Rotterdamse poorten werden gebouwd na 1394, waren in 1514 nog onvoltooid, en werden vervolgens in 1590-91 gemoderniseerd volgens de toen geldende moderne schoonheidsnormen in de bouwkunst. De architectentekening van de stad-facade van de Rotterdamse poort is zelfs bewaard gebleven.

In de 16e eeuw werd de ernstig vervallen voorpoort van de Schiedamse poort reeds afgebroken; een dam bleef echter staan waar de voorpoort had gestaan. Maar de driehoekige aarden wal van de fortificatie werd vanaf 1614 uitgegraven, zodat de driehoekige haven - de kolk - onstond daar waar het Schiekanaal de stad Delft raakt. Aan de poorten werd tot aan het midden van de 18de eeuw 'poortgeld' geheven, een accijns op alle in- en uitgaande goederen via landwegen en waterwegen.

In 1695 vervaardigde Josua de Grave de tekeningen van de stadzijde van de Rotterdamse Poort (G1), de Schiedamse poort (G3),en de Kethelpoort (G4). Die tekeningen zijn zo gedetailleerd dat we er bijna in kunnen rondlopen. Ze helpen ons opnieuw beter te begrijpen wat Vermeer heeft geschilderd. Er is op deze site een Virtual Reality filmpje te zien met een wandeling door deze poorten.

 

Links in de verte zien we aan het einde van de voorpoort van de Rotterdamse poort (G2) in de twee uitkragende achtkante hoektorens, die de ophaalbrug flankeren. Tussen de torens bevindt zich een wachters-ruimte met gaten in de vloer. De smalle weg die loopt van de ophaalbrug naar het hoofdgebouw loopt enigzins geknikt, zodat de buiten afgeschoten projectielen de achterliggende straat niet direkt konden bereiken.Deze smalle weg was geflankeerd door weergangen, overdekte gangen die in dit geval op bogen zijn gebouwd. De doorgang in het hoofdgebouw kon worden afgesloten met een valhek. In de ruimte boven dit valhek, de 'mezekooi' genaamd, waren gaten gemaakt waardoor de aanvallers konden worden bestookt. De voorpoort werd - waarschijnlijk wegens bouwvalligheid - afgebroken na 1695 ; de hoofdpoort bleef staan tot 1836.

Vermeer heeft op de voorgrond mensen en schepen geschilderd om het 'Gezicht op Delft' te verlevendigen. Er staan enkele figuren op de kade, waaronder drie deftig geklede burgers (13) vlak bij een trekschuit met een rood-witte opbouw tegen wind en regen.

Rechts staan twee vrouwen in boerendracht, een met een mand onder de arm (14) ; zij heeft tevens een vierkante doek over haar onderarmen geslagen. Een derde vrouw die ook eenvoudig is gekleed staat links van de burgers. Op een röntgenfoto van het rechter gedeelte van Vermeer's oever is overigens nog een man te ontwaren, die door Vermeer bij nader inzien is weggewerkt.

Afgemeerd aan de Scheepmakerij liggen geheel rechts twee haringbuizen ; dit zijn schepen, speciaal gebouwd voor de haringvaart (17). De grote masten van deze haringbuizen zijn er af getakeld. Midscheeps zijn de openingen te zien waardoor de haringnetten binnen werden getrokken. Voor meer informatie over schepen zie De schepen op Het Gezicht op Delft; de meest exacte datering van het schilderij ooit gepubliceerd.

Vaak is geschreven over de 'fotografische effecten' op schilderijen van Vermeer. Hij heeft waarschijnlijk als inspiratiebron of tijdens de voorbereiding een Camera Obscura gebruikt (een kastje met een lens, een spiegel en een plaat van matglas, alles bij elkaar een soort vroege fotocamera). Als de zon direct op de natte huid van het schip schittert, ontstaan bij gebruik van een Camera Obscura wazige ringen op het matglas. Vermeer heeft dit effect - vreemd genoeg buiten het directe zonlicht - nagebootst op de zijkant van het schip.

Ver weg, op de kade voor de stadsmuur (15) zijn nog een handvol figuren te zien, en liggen enige zeilschepen afgemeerd. Tegen de muur van de Rotterdamse poort liggen een aantal trekschuiten (16) van hetzelfde soort als de trekschuit links vooraan. Ze zijn aan de voorzijde voorzien van masten, versierd met een omhoogdraaiende rode streep. Deze trekschuiten werden getrokken door trekpaarden die werden vastgemaakt aan een zeer lange lijn. De lijn liep omhoog vanaf het paard naar de top van de mast (vooraan het schip) en van daar uit liep die lijn door naar een plek vlak bij de schipper die achteraan bij het roer stond. Daar werd de lijn vastgeknoopt.

Er was ook een geheel ander type schip, dat voorzien was van een stevige mast. Bij een flinke bries werd aan die mast een zeil gehesen. Was er te weinig wind, dan werd er alsnog een sleeptouw aan een trekpaard vastgemaakt.

Maar de trekpaarden - veelal oudere beesten die er al elders een werkzaam leven op hadden zitten - werden voornamelijk ingezet voor het slanke type trekschuit dat Vermeer afbeeldt. De begeleider volgde het naast de trekvaart aangelegde jaagpad. Hollandse steden hadden in de 17de eeuw een - vergeleken met de rest van de wereld - uniek stelsel van openbaar vervoer via lijndiensten met trekschuiten. Die schuiten voeren op tijdsschema vele malen per dag betrouwbaar, comfortabel en betaalbaar heen en weer. Voor de nachtelijke tochten werden de zwaardere schuiten met zeilen ingezet.

Meer informatie: NIEUW! De schepen op Het Gezicht op Delft; de meest exacte datering van het schilderij ooit gepubliceerd

Een huizenrij die Vermeer schilderde staat nog steeds aan de Kethelstraat - zie detail op de afbeelding van van de Kaart Figuratief. Boven de rand van de stadsmuur steken (bij Vermeer) enige puntgevels uit. De positie van deze deels naast, deels achter elkaar staande gevels is wat moeilijk te lezen. Van de puntgevel linksachter zien we de bovenste driehoek (1). Die hoort bij het wat verder naar achter liggende grote gebouw met een groot horizontaal dak (3). Onder die driehoek zien we echter nog wat kleine trapgevels (2). Die staan een stuk voor het grote gebouw en vormen onderdeel van een rij kleine huizen aan de Kethelstraat (K).

Nauwkeurige metingen, uitgevoerd in ca. 1980 laten zien, dat het ritme van de opeenvolging van die gevels (bij Vermeer ca. 30 mm. breed) in verhouding exact overeenstemt met het ritme van de huidige huizen op die plaats (van ca. 4 meter breed). Nadien is deze reeks huizen helaas afgebroken. Een van die huizen droeg een gevelsteen met het jaar 1670. Vermeer heeft zich in die huizenrij dus uiterst nauwkeurig aan de werkelijkheid gehouden.

Zo niet in de weerspiegeling van de gebouwen in het water van de Schie. Deze is door Vermeer veel verder naar beneden doorgetrokken, zodat hij in de afbeelding voor- en achtergrond kon verbinden. Het eerder genoemde lange horizontale dak (3) vinden wij niet duidelijk terug bij bestudering van plattegronden en profielen van Delft uit de 17de en 18de eeuw. Mogelijk was er een flink dak, dat behoorde bij brouwerij `de Papegaey' met het slanke torentje (5). Vermeer heeft waarschijnlijk de hoogte en lengte van dat dak aangepast aan de compositie, die hij wenste. Ook is de positie van de voorpoort van de Rotterdamse poort (12) schuin weggedraaid om een versterking te krijgen van het horizontale effect. De brug tussen de beide poorten is om diezelfde reden door Vermeer ook platter en gestrekter weergegeven. De toren van de Oude kerk valt nauwelijks op (4), maar die van de Nieuwe kerk is juist tweemaal te breed weergegeven (10). Als men echter Delft nadert van een afstand zijn zij beide even imposant.

Wat meer is: de klokketoren blijkt leeg te zijn! Recentelijk zijn documenten ontdekt over hoe het klokkenspel van de toren van de Nieuwe kerk vanaf 1660 (misschien al een seizoen eerder?) omlaag is getakeld naar een loods op de Markt voor restauratie door de firma Hemony. Vermeer werkte langzaam en zorgvuldig aan zijn schilderijen, die hij af en toe ter droging wegzette. Dat weten we, omdat de nieuwe lagen verf zijn gaan vloeien in het craquelé van de oudere lagen. De lege klokketoren wijst op een voltooiing tussen 1662 tot 1665, wat de eerder - op grond van stijlkenmerken - voorgestelde datering bevestigt.

De huidige Delftse Oostpoort met zijn twee fotogenieke ronde torentjes met puntdak worden tegenwoordig door toeristen nogal eens aangezien voor de poort die Vermeer schilderde. Zelfs in een ANWB-wandeluitgave van een paar jaar geleden werd gesuggereerd, dat Vermeer zijn stad aldaar had geportretteerd.

Het standpunt (S) dat Vermeer uitzocht ligt echter in werkelijkheid ten westen van het Armamentarium, schuin aan de overkant van het brede water van de Schie, aan de Hooikade, vanuit de eerste of tweede etage van een huis aan de kade (zie detail van de Kaart Figuratief). Het huidige uitzicht vanuit een huis op die plek (Hooikade nr. 29) is echter teleurstellend. Van de twee stadspoorten staat geen steen meer overeind sinds de afbraak van de Schiedamse poort in 1834 en de Rotterdamse poort in 1836. Verkeer raast nu over de geesten van beide poorten. Alleen het Armamentarium doet nog denken aan de dagen van Vermeer, maar dat gebouw heeft wel de trapgevels verloren.


Publicaties van de auteur: zie Publicatielijst in het Nederlands.


Afsluitende opmerkingen

In 1822 werd het schilderij in opdracht van Koning Willem I door het Rijk aangeschaft voor f 2900,-. Dat bedrag vertegenwoordigde toen ongeveer zes jaarinkomens van een werkman. De veilingcatalogus vermeldt dat de schilderijen op de veiling in kwestie merendeels afkomstig zijn uit de collectie `Stinstra' te Harlingen afkomstig zijn. In de prachtige catalogus van de Vermeer-tentoonstelling van 1996 kon echter de ontdekking worden opgenomen, dat dit schilderij zich in de 18e eeuw helemaal niet in Harlingen, maar in Haarlem bevond in de collecties van W. Kops en de heer Teding van Berkhout (zie ook 'Mauritshuis in focus', dec. `95).

Tekeningen en gravures van Nederlandse steden waren inderdaad een veel gevraagd handels-artikel in de 17e en 18e eeuw. Daarom maakten een aantal gespecialiseerde kunstenaars zoals Abraham Rademaker en Cornelis Pronk vele honderden verschillende stadsgezichten. Voor ons onderwerp is het een toevalstreffer dat het gedeelte van de stad dat Vermeer uitkoos niet alleen schilderachtig was maar ook nog een drukke haven voor veerdiensten. Daardoor maakten een aantal kunstenaars die aan het wachten waren er een aantal schetsen, die ons nu nog van dienst zijn.

 

Postscript 2011.

Meer details over de opening van het officiele haringseizoen staan in dit boek: Eelco Beukers, Hollanders en het water, Twintig eeuwen strijd en profijt 2, Hilversum, Verloren, 2007, p. 350.

Aanvankelijk bij de uitvinding van de haringbuis opende het seizoen op St Michielssag, 29 september. vervolgens werd het naar voren gehaald tot St Bartholomeus, 24 augustus. Tenslotte werd het voor vele eeuwen vastgelegd op St Johannes, 24 juni. De vaste datum in de 19de + 20ste eeuw was 4 of 15 juni, afhankelijk van de haven.

Als de de datum van 24 juni accepteren als een nieuw feit, dan kan de tijdsbepaling van de scene een paar weken meer speelruimte krijgen.

 

Postscript July 2012

One may look for exact position of houses and their inhabitants at this Geographical Information System (GIS) for Delft:

http://historischgis.delft.nl/historischgisdelft/

and then find more detailed info about the persons found at

http://www.archief.delft.nl/

 

Voor een nadere bespreking klik NIEUW! De schepen op Het Gezicht op Delft; de meest exacte datering van het schilderij ooit gepubliceerd

Voor een engelstalige tekst over Vermeer's woonplaats klik op Delft. In beide gevallen blijft u binnen deze Vermeer-home page.

Kunstenaar Peter Struycken over Johannes Vermeer.

Jonathan Janson schildert in de stijl van Vermeer en legt precies uit hoe hij dat doet:

http://newvermeers.20m.com/

http://www.essentialvermeer.20m.com/

http://howtopaintavermeer.fws1.com/

 


Tenslotte:

 

Een engelstalige bespreking van het boek over het Vermeer colloquium van 1995-1996: Gaskell

Mijn bespreking van het boek Vermeer Studies over het Vermeer colloquium van 1995-1996: Kaldenbach

 

Voor meer over de auteur klik auteur. Ik besluit met een respectvol saluut aan Vermeer voor zijn schitterende nalatenschap aan ons, in het bijzonder zijn twee grootste schilderijen 'De Schilderkunst' nu in Wenen, dat op mij zo'n enorme indruk maakte in 1975, en het hier behandelde 'Gezicht op Delft'. Alhoewel er nu veel bekend is over beide schilderijen blijven beide schilderijen betoverend en geven zij hun magie niet prijs.

Dank tenslotte aan de bibliotheek staf van de Atlas en Archief van het Gemeente-archief Delft, het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie); het Scheepvaartmuseum Amsterdam en het Rijksprentenkabinet in Amsterdam en die van andere collecties die mij gelegenheid hebben gegeven om prenten en tekeningen te bestuderen.

Dank ook aan Nico Bos en Marten Hoekstra voor technisch advies en hulp bij het ontwikkelen van deze home page.


Klik voor een Voorstel voor het maken van een CD Rom of televisieprogramma.

Een email aan mij sturen? kalden@xs4all.nl.

Kees Kaldenbach is kunsthistoricus. Hij geeft Private Art Tours


Het copyright is van toepassing voor de in deze home page gepubliceerde teksten en afbeeldingen.

Pagina gelanceerd zomer 1997. Laatste update 17 feb 2013.

 

ADVERTISMENT: security+ study guide best quality helping materials are going to make your way easy and effective for the final exam. Your career can be well shaped up through acquiring scjp tutorial testing engine from Pass4sures. Trust 000-577 quality tools that are compiled by qualified certified experts for your tremendous preparation in real exam. You will come up good in online Certified Information Systems Security Professional exam through getting online training guides from 000-453. Outstanding workout for 000-573 can be done rightly through getting Pass4sure CompTIA A+ audio lectures online.