Een schrijnwercktkasie

 

Een schrijnwercktkasie [een kast gemaakt door een schrijnwerker of fijn-timmerman] In het voorhuis, kamer A en in de grote zaal, kamer I.

Zie foto boven. Andere voorbeelden zijn:

- een Schrijnwerkkast met ebbenhout ingelegd. Formaat 202 x 174 x 74,5 cm Rijksmuseum, inventarisnummers RBK 1959-47 (hier niet afgebeeld).

- Tafelkastje, geopend, Noordnederlands, palisander, ebben en eikenhout. Rijksmuseum, inventarisnummer BK NM 11190 M cat 98 1017 (niet afgebeeld).

 

Een schrijnwerker is gespecialiseerd in het maken van kasten en wandbetimmeringen. Schrijnwerkers pasten in hun vak ingewikkelde verstekken en verbindingen toe. In de meeste steden was dit soort werk niet toegestaan aan gewone timmerlieden en witwerkers (voor witwerkers - zie de Obreen lijst onder "Artists and Patrons".

Door de handel met het buitenland kwamen na 1600 exotische houtsoorten beschikbaar, waaronder ebbenhout. Schrijnwerkers maakten ook lambrizeringen, paneelwerk en kamerbetimmeringen (Fock, 2001, p. 29).

Noot : [Een witwerker is de maker van beschilderde naaldhouten meubels die alleen gespijkerd mochten worden; geen houtverbindingen en geen lijm, want dat was voorbehouden aan de schrijnwerkers. Informatie per e-mail bericht 1 dec. 2002 door Hans Piena, Meubelrestaurator en Adviseur Conservering, Gelders Oudheidkundig Contact, Zutphen.. Een BBC programma toonde in 2010 Green Woodworkers die van vers gekapt hout gebruiksvoorwerpen zoals stoelen maakten, zonder gebruik van spijkers. ]

Voor een Witwerkers Huis, t' Amsterdam in de Hertestraat.

Gy jonge Vrouwen,

Die nu gaat Trouwen,

Koopt hier een Tafel met een Kas;

Een Kakstoel komt u ook te pas.

En alles wat hier onder staat

Zulje vinden in de Hartestraat.

Bron: http://www.dbnl.org/tekst/swee002kodd01_01/swee002kodd01_01_0002.htm

 

Dit voorwerp is als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door de klerk van notaris J. van Veen, in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. Op dat moment woonde zijn vrouw Catherina daar nog met 11 kinderen en haar moeder, Maria Thins.

De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. C. Willemijn Fock, Titus M. Eliëns, Eloy F. Koldeweij, Jet Pijzel Dommisse, Het Nederlandse interieur in beeld 1600 - 1900 Waanders, Zwolle 2001, p. 29.

 

This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.

Launched December, 2002; Last update March 2, 2017.

Back to the Welcome page: click Welcome.