Deken, een beddekleed

 

Voor huize Thins/Vermeer, met drie a vier volwassenen en elf kinderen in 1676, zou men verwachten een ruim aantal dekens aan te treffen. Dat is echter niet het geval. Ze worden alleen genoemd Inde binnekeucken, Kamer C; en Inde koockeucken, Kamer D. Hoe is dat mogelijk?

Bedsteden, op de Zantkuijl-plattegronden aangegeven als rechthoeken met daarin een een X, zijn steeds gelegen dicht bij een haardvuur en constructief steeds gekoppeld aan de draagconstructie van het huis. De personen slapen er half zittend in. Onder de bedstee, die steeds voor twee zittende volwassenen was bedoeld, waren laden of "rolkoetsen" gemonteerd waar een of twee "ondergeschoven kinderen" konden slapen. Waren die slaapplaatsen krap en claustrofobisch, of waren zij knus en warm? Zie ook het item slaaplakens.

Noot : Dit voorwerp is als onderdeel van de Vermeer-inventaris op 29 februari 1676 in Delft opgeschreven door de klerk van notaris J. van Veen, in het huis aan de Oude Langendijk, hoek Molenpoort van de kort daarvoor overleden schilder Johannes Vermeer. Op dat moment woonde zijn vrouw Catherina daar nog met 11 kinderen en haar moeder, Maria Thins.

De transcriptie van dit voorwerp is gebaseerd op de publicatie van het volledige document door A.J.J.M. van Peer, "Drie collecties..." in Oud Holland 1957, p. 98-103. Termen zijn opgezocht in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), begonnen in 1882 door De Vries en Te Winkel. Textieltermen zijn in 2001 welwillend toegelicht door kunsthistorica Marieke de Winkel.

Afbeelding(en) uit Jet Pijzel-Dommisse,Het Hollandse pronkpoppenhuis, Interieur en huishouden in de 17de en 18de eeuw, Waanders, Zwolle; Rijksmuseum, Amsterdam, 2000, afb. 167.

 

This page forms part of a large encyclopedic site on Vermeer and Delft. Research by Drs. Kees Kaldenbach (email). A full presentation is on view at johannesvermeer.info.

Launched December, 2002; Last update March 2, 2017.

Back to the Welcome page: click Welcome.