Dutch-Swedish language Doublets or Cognates

 

In watching Swedish films and documentaries, I am often struck with similarities between two languages: the Dutch (Netherlands) and Swedish.

Lots of words, about one in thirty to fourty, sound the same -although the spelling may be different.

I have NOT included words that sound both German + Dutch + Swedish at the same time, as this group would be much larger.

Thus: Sounds in Swedish just like Dutch: Wapenbezit. Praten met mij.  Een tikkende bom.  Jorig=jarig. Inbraak. Voetsporen   Maar Werkzaamheden eendenborst Opmerkzaamheid.  Kom eraan   Maandag Nu. Klaar. Beloven. Eenzaamheid. Schoorsteen.  Tanden. Vieren.  Weet.   Borsten. Vertellen. Hoop Verkeerd Wetenschap. Halve winst.  Duur.  Klaar. Bewaken. Vrede. Bloedprop. Spoed. Pen. Teken. Hoop klaar. Praten. Tot ziens. Bang. Voetbad, beklaag. been.  Smaak. Dubbele. Kleren.  Klaar Droom.  Op en neer  . Godinnecursus. verklaring. Daar. Wist belofte. meer. Trui. Voet. Vertellen. Schaam. Weigerde. In de steek. Doorbraak. Hele dag. Straks. Wapen   Verklaring. Smerig Stembanden. Pril.  Waarom? Bijwerkingen.  Samenhang. Klaar. Vaststellen. Vader Zwart-wit smaak. Past op mij.  Laatste. Hoezo? Persoonlijk   Nu.  Zoek een boek. stakker. Sterk.   Muur. Afbreken. Stom. Dom. Afdeling Aankomst. Bang.  Proost. Pikzwart. Voetnoot. TV.  Met mij.  Hoezo? Die ene. Inbraak Breekpunt. Ontslagen. Steenrijk. Zelfmoord. Levend. Dochter. opdrachtgever. Wat wil u weten? Zuster Waar? Kus. Onderweg. Bang. Minste  Niet. Wit zwart. Praten. Hulpeloos. Misschien. Nachtmerrie. Overwegen. Zuster. Dwang.  Bel me, ok? Voorzichtig. Vernedering.  Ontwikkeling benen. Halsband. Dubbel? Weet. Een voor een. Verklaren. Vertellen. Zekerheid. Tand. Recensenten. Leveren. Verhoor. Ondertekenen. Vertellen. Brandweer. Kwart. Vertellen Waarover? Levende erfelijk verwringen. droom. Inbraak.  Bruiloft. Broer. Dagboek. Altijd. Mening. Keuken hele dag.  Wit. betalen. Obstinaat. Klokke half drie. Redden. Eten. Kwart over tien. Een been. Slap. waar.  bewaking. Spelende. winst. misstap musea. Strafblad. Meer. Vervallen. Met. Waterleidingen. Eenzaam. Negen zaken.  We zitten eten. Appel. Haai. Kluns.  Opstanding  Eenzaamheid. Kom zitten. Spelen. Hanteren. Week. Zes weken. Verpest Verlos. Vertel. Bewaak. Help werken, papa. Koppeling.  Klaar. Bevel. landingsbaan. Spook. Verhuis. Vrijdag. Karton. Zeker. Kus. Spannend.  Mening. Overal. Weet. Klokke elf. Woont. Eenzaam.  Hopen. Leg neer! Opdracht. Broer. Ook Praten. Best betaalde. Paljas Afwachten. Korte straf. Mishandeld.  Hele dag. Aanval. Voetspoor. Nee. Vrome man.  Mislukking. Kok. Precies. Betalen. Voorzichtig. Tandenborstel. Waardetransport. Organisatie. Overheid. Dwars. Strekken de benen.  Leven. Onbehaaglijk. Praten. Vingerafdruk. Zet neer.  Laat ons... Sleepspoor. Omzet.  Altijd. Kleren.  Speel.  en mij.  speelhol.  Niet klaar.  Ze leefden.  Hele familie.  Dus.  Misschien/Miskien.  Pik. Klaar. 

 

Question: Who can provise more of these words, or references to a similar web site page ?.

 

Response, questions?

 

Research and copyright by Kees Kaldenbach. A full presentation is on view https://kalden.home.xs4all.nl and johannesvermeer.info.